ELBURG - De politierechter veroordeelt vier demonstranten voor het verstoren van een raadsvergadering in Elburg. Ze legt echter geen straf op, vanwege onder andere de ouderdom van de zaak, het feit dat de demonstratie vreedzaam verliep en dat de demonstranten op eigen initiatief de raadszaal verlieten.

Op 13 november 2023 demonstreerden actievoerders van Kick Out Zwarte Piet en Extinction Rebellion bij een raadsvergadering in Elburg tegen Zwarte Piet. De demonstratie was onaangekondigd. Toen de vergadering tien à vijftien minuten bezig was, liepen de demonstranten vanaf de publieke tribune naar het midden van de raadszaal. Zij riepen leuzen en hadden een spandoek met tekst bij zich. De burgermeester stopte toen de raadsvergadering. De actievoerders demonstreerden ongeveer één uur en 45 minuten. De demonstratie verliep vreedzaam en uiteindelijk zijn de actievoerders op eigen initiatief vertrokken. De raadsvergadering kon pas de dag volgende worden vervolgd. Vier van de demonstranten werden vervolgd voor het verstoren van een openbare vergadering.


Openbaar Ministerie ontvankelijk in vervolging

De advocaten verzochten het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk in de vervolging te verklaren.

Een van de advocaten voerde daartoe namens zijn cliënten aan dat de vervolging in strijd is met het verbod van willekeur en een schending van het gelijkheidsbeginsel. Het OM benadrukte dat de demonstranten niet zijn gedagvaard vanwege de door hen uitgedragen boodschap of mening en dat alleen de demonstranten met de grootste rol tijdens de demonstratie zijn vervolgd. De politierechter overweegt dat het OM alleen in uitzonderlijke gevallen niet-ontvankelijk in de vervolging kan worden verklaard. De politierechter oordeelt dat het het OM vrij staat in de vervolgingsbeslissing te laten meewegen dat alleen de demonstranten met de grootste rol worden vervolgd. Verder blijkt niet dat het OM afwijkt van een bestendig patroon van beslissing in een groot aantal of vergelijkbare zaken.

De andere advocaat voerde aan dat een vervolging in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat de vervolging het demonstratierecht te veel inperkt. Volgens de politierechter is de vervolging in deze zaak de niet in strijd is met het EVRM. Het Openbaar Ministerie is daarom ontvankelijk in de vervolging.

Demonstranten zijn strafbaar

De advocaten voerden aan dat de demonstranten dienen te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Het strafartikel moet buiten toepassing gelaten worden, omdat dit in strijd is met het EVRM. De verdediging bepleitte hiertoe dat van een veroordeling een zodanig 'chilling effect' uitgaat dat verdachten of anderen mogelijk niet meer durven te demonstreren, wat voorkomen moet worden. Het OM is van mening dat geen sprake is van zo'n 'chilling effect'.

Volgens de politierechter is er geen sprake is van schending van het EVRM. De politierechter weegt hierbij de belangen van het demonstratierecht en het recht op vrije vergadering tegen elkaar af en neemt daarin mee dat de demonstratie ongeveer een uur en 45 minuten ongestoord kon plaatsvinden, dat de demonstranten niet zijn aangehouden en dat het enige politieoptreden bestond uit het (oproepen tot het) verhoren van de verdachten. De reële strafbedreiging is bij een veroordeling voor dit delict in de regel niet groot. Van een 'chilling effect' was daarmee geen sprake. De politierechter oordeelt dat het feit strafbaar is.

Geen straf

De politierechter legt echter aan de vier demonstranten geen straf of maatregel op. Daarbij houdt ze rekening met hun persoonlijke omstandigheden en het feit dat de demonstratie bijna twee jaar plaatsvond en vreedzaam verliep. Ook vertrokken de demonstranten op eigen initiatief en de communicatie met de gemeente na de demonstratie was naar behoren.