ERMELO - De bestuursrechter oordeelt dat bezoekers van een restaurant in Ermelo voortaan hun auto niet meer in de groenstrook mogen parkeren. Dat betekent dat de door de restauranteigenaar aangevraagde vergunning voor de 4 extra parkeerplaatsen terecht door de gemeente Ermelo is afgewezen.


De Stichting DOEH diende verschillende handhavingsverzoeken in bij de gemeente Ermelo, omdat omwonenden van het restaurant overlast ervaren. Zo parkeren bezoekers hun auto op een groenstrook terwijl dat eigenlijk niet mag. Ook zijn er te weinig parkeerplaatsen op het terrein, omdat het restaurantterras groter is dan bij de omgevingsvergunning was aangevraagd. Verder zorgt de reclameverlichting voor veel overlast. De eisers stellen dat de exploitatievergunning niet aan het restaurant verleend mocht worden omdat er te weinig parkeerplaatsen zijn.

De restauranteigenaar van het restaurant vindt daarentegen juist dat er wel in de groenstrook geparkeerd mag worden. Daarom vroeg hij een vergunning aan voor 4 extra parkeerplaatsen.

Uitspraak in 6 zaken

In totaal behandelde de bestuursrechter 6 zaken die allemaal gaan over hetzelfde restaurant uit Ermelo. De zaken zijn zowel aangespannen door Stichting DOEH en omwonenden als door de eigenaar van het restaurant zelf. De rechtbank doet in alle zaken tegelijk uitspraak.

Restaurant voldoet niet aan parkeernorm

De rechtbank oordeelt dat er niet in de groenstrook mag worden geparkeerd. Dat betekent dat de vergunning voor de 4 extra parkeerplaatsen terecht is afgewezen. Dit betekent ook dat het restaurant niet voldoet aan de parkeernorm en dat het college daarom wel moet handhaven. De last onder dwangsom die al is opgelegd, gaat niet ver genoeg omdat daarmee het parkeren in de groenstrook niet is verboden. De bestuursrechter vernietigt daarom deze last onder dwangsom. De rechter vernietigt ook een ander besluit dat gaat over handhaving bij het restaurant.

Gemeente moet opnieuw beslissen

De gemeente Ermelo moet binnen 6 weken na de uitspraak een nieuwe beslissing nemen op het bezwaar. De bestuursrechter verklaart de andere beroepen ongegrond.